Zweeds
Uitgebreide vertaling voor förlägen (Zweeds) in het Duits
förlägen:
-
förlägen (generat; generad)
unbequem; lästig; unangenehm; unbehaglich; umbequem-
unbequem bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
unbehaglich bijvoeglijk naamwoord
-
umbequem bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor förlägen:
Synoniemen voor "förlägen":
Wiktionary: förlägen
förlägen
adjective
-
plötzlich leise und zurückhaltend, mit vorübergehendem Verlust von Selbstsicherheit
-
(umgangssprachlich): betreten, eingeschüchtert
Computer vertaling door derden: