Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal fördom

Vertaal fördom van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

fördom:
- Befangenheit; Vorurteil; Parteilichkeit; Voreingenommenheit
Wiktionary:
- fördom → Vorurteil
- fördom → Vorurteil, Voreingenommenheit

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fördom (Zweeds) in het Duits

fördom:

fördom [-en] zelfstandig naamwoord

fördom (partiskhet)
die Befangenheit; Vorurteil; die Parteilichkeit
- Befangenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorurteil [das ~] zelfstandig naamwoord
- Parteilichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
fördom (förutfattad mening)
Vorurteil; die Voreingenommenheit
- Vorurteil [das ~] zelfstandig naamwoord
- Voreingenommenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
fördom (förkärlek)
die Voreingenommenheit
- Voreingenommenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fördom:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Befangenheit	fördom; partiskhet
Parteilichkeit	fördom; partiskhet
Voreingenommenheit	fördom; förkärlek; förutfattad mening	begränsning; inskränkthet; småaktighet
Vorurteil	fördom; förutfattad mening; partiskhet

Wiktionary: fördom

fördom

noun

Urteil über jemanden oder etwas, das nicht auf Erfahrungen oder Wissen über das Beurteilte beruht. Mithin ein Vorausurteil, das heißt ein Urteil vor oder ohne Kenntnis des einzelnen Beurteilten.
- Vorurteil → fördom

Cross Translation:

From	To	Via
• fördom	→ Vorurteil; Voreingenommenheit	↔ prejudice — adverse judgement formed beforehand
• fördom	→ Vorurteil	↔ préjugé — juri\|fr (vieilli) Ce qui juger auparavant dans un cas semblable ou analogue.

Computer vertaling door derden: