Zweeds
Uitgebreide vertaling voor enig (Zweeds) in het Duits
enig:
-
enig (enigt)
einstimmig; geschlossen; einig; gemeinsam; gemeinschaftlich; gleichförmig; einhellig; solidarisch; einmütig; gleichgestimmt-
einstimmig bijvoeglijk naamwoord
-
geschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
einig bijvoeglijk naamwoord
-
gemeinsam bijvoeglijk naamwoord
-
gemeinschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
gleichförmig bijvoeglijk naamwoord
-
einhellig bijvoeglijk naamwoord
-
solidarisch bijvoeglijk naamwoord
-
einmütig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichgestimmt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor enig:
Synoniemen voor "enig":
Wiktionary: enig
enig
adjective
-
geeint, zusammen, vereint, wiedervereint
-
einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich