Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. despot:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor despot (Zweeds) in het Duits

despot:

despot [-en] zelfstandig naamwoord

  1. despot (tyrann)
    der Despot; der Tyrann; der Wüterich
    • Despot [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tyrann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wüterich [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor despot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Despot despot; tyrann
Tyrann despot; tyrann envåldshärskare; förtryckare; tyrann
Wüterich despot; tyrann buse; råskinn; tuffing

Synoniemen voor "despot":


Wiktionary: despot

despot
noun
  1. byzantinischer Adelstitel
  2. Staatsoberhaupt, das willkürlich und absolut herrscht

Cross Translation:
FromToVia
despot Despot despot — ruler with absolute power; tyrant

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van despot