Zweeds

Uitgebreide vertaling voor buskar (Zweeds) in het Duits

buskar:

buskar zelfstandig naamwoord

  1. buskar
    der Strauch; der Busch; Gebüsch; der Kopf; die Staude; Büschel
    • Strauch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Busch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebüsch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kopf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Staude [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Büschel [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. buskar
    die Sträucher; die Büsche; Strauchwerk
  3. buskar (buskgrupp)
    Unterholz; die Hölzer

Vertaal Matrix voor buskar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Busch buskar bouquet; bukett; bunt; bush; doft; jungel; knippa; kärve; skog; skogsmark; skogssnår; snår; urskog
Büsche buskar buntar; buske; knippen; skogssnår; snår
Büschel buskar bunt; gröda; klump; klunga; knippa; kärve; skörd; slag; årsväxt
Gebüsch buskar buske; skogssnår; småskog; snår
Hölzer buskar; buskgrupp timmer; ved
Kopf buskar hjärna; hjärnskål; huvud; kranium; mänskligt huvud; rubrik; skalle
Staude buskar
Strauch buskar
Strauchwerk buskar
Sträucher buskar buntar; buske; knippen
Unterholz buskar; buskgrupp skogssnår; snår

Verwante vertalingen van buskar