Zweeds
Uitgebreide vertaling voor brukbart (Zweeds) in het Duits
brukbart:
-
brukbart (brukbar)
-
brukbart (användbart; brukbar)
brauchbar; benutzbar; verwendbar-
brauchbar bijvoeglijk naamwoord
-
benutzbar bijvoeglijk naamwoord
-
verwendbar bijvoeglijk naamwoord
-
-
brukbart (brukbar; användbart)
nützlich; brauchbar; geeignet; geschickt; gebräuchlich; tauglich; verwendbar; einsetzbar; anwendbar-
nützlich bijvoeglijk naamwoord
-
brauchbar bijvoeglijk naamwoord
-
geeignet bijvoeglijk naamwoord
-
geschickt bijvoeglijk naamwoord
-
gebräuchlich bijvoeglijk naamwoord
-
tauglich bijvoeglijk naamwoord
-
verwendbar bijvoeglijk naamwoord
-
einsetzbar bijvoeglijk naamwoord
-
anwendbar bijvoeglijk naamwoord
-