Zweeds
Uitgebreide vertaling voor brokigt (Zweeds) in het Duits
brokigt:
-
brokigt (grann; pråligt; grannt; prålig)
aufpoliert-
aufpoliert bijvoeglijk naamwoord
-
-
brokigt (brokig; rutigt)
kariert; gewürfelt; würfelförmig; rautenförmig-
kariert bijvoeglijk naamwoord
-
gewürfelt bijvoeglijk naamwoord
-
würfelförmig bijvoeglijk naamwoord
-
rautenförmig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor brokigt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aufpoliert | brokigt; grann; grannt; prålig; pråligt | förskönad; polerad |
gewürfelt | brokig; brokigt; rutigt | finfördelad; finfördelat; finhackat; mald; malt; rombformig; rombformigt; rombisk; rombiskt; rutformigt |
kariert | brokig; brokigt; rutigt | rombformig; rombformigt; rombisk; rombiskt; rutad; rutat; rutformigt; rutig; rutigt; rutmönstrat |
rautenförmig | brokig; brokigt; rutigt | rombformig; rombformigt; rombisk; rombiskt; rutformigt |
würfelförmig | brokig; brokigt; rutigt | kubisk; rombformig; rombformigt; rombisk; rombiskt; rutformigt |