Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bröd:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bröd (Zweeds) in het Duits

bröd:

bröd [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. bröd (vetebröd; vitt bröd)
    Weizenbrot
  2. bröd (lev; brödlimpa; limpa)
    Brot
    • Brot [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bröd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brot bröd; brödlimpa; lev; limpa brödlimpa
Weizenbrot bröd; vetebröd; vitt bröd

Synoniemen voor "bröd":


Wiktionary: bröd

bröd
noun
  1. metaphorisch, kein Plural: allgemein als pars pro toto: Nahrung, ein Essen, eine Speise, Kost
  2. übertragen, kein Plural: Lebensunterhalt, Lohn, Ertrag
  3. abgeschnittene Scheibe eines Brotlaibes
  4. ein einzelner Brotlaib
  5. kein Plural: aus weißem, dunklem Mehl oder Mehlmischungen, Wasser, Salz (und ggf. Sauerteig) gebackenes Nahrungsmittel

Cross Translation:
FromToVia
bröd Brot bread — baked dough made from cereals
bröd Brot pain — Aliment

Verwante vertalingen van bröd