Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal bräsch

Vertaal bräsch van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

bräsch:
- Loch; Öffnung; Bresche; Einschläge; Aufmachung; Einschlag
Wiktionary:
- bräsch → Bresche
- bräsch → Bresche, Bruch

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bräsch (Zweeds) in het Duits

bräsch:

bräsch [-en] zelfstandig naamwoord

bräsch (brytning; bräcka; lucka; rämna)
Loch; die Öffnung; die Bresche; die Einschläge; die Aufmachung; der Einschlag
- Loch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Öffnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bresche [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einschläge [die ~] zelfstandig naamwoord
- Aufmachung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einschlag [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bräsch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufmachung	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	emballage; förpackning; hölje; kostym; omslag; uteslutning
Bresche	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna
Einschlag	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	bokomslag; inbindning
Einschläge	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	karaktisera
Loch	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	dörröppning; förvaringslåda; hål; kartong; lekkage; liten by; läcka; läckage; låda
Öffnung	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	dörröppning; hål; läcka; läckage; öppning

Wiktionary: bräsch

bräsch

noun

veraltend: von den Angreifern erzeugte und womöglich nutzbare Lücke in einer Verteidigungsanlage
- Bresche → bräsch

Cross Translation:

From	To	Via
• bräsch	→ Bresche; Bruch	↔ breach — gap