Zweeds
Uitgebreide vertaling voor blöt (Zweeds) in het Duits
blöt:
-
blöt (fuktigt)
feucht; naß; klamm; beschlagen; feuchtkalt-
feucht bijvoeglijk naamwoord
-
naß bijvoeglijk naamwoord
-
klamm bijvoeglijk naamwoord
-
beschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
feuchtkalt bijvoeglijk naamwoord
-
-
blöt (genomblöt; blötlagd; genomblött; blötlagt)
durchdrungen-
durchdrungen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor blöt:
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | blött | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beschlagen | blöt; fuktigt | glanslös; glanslöst; grått; mulen; mulet |
durchdrungen | blöt; blötlagd; blötlagt; genomblöt; genomblött | |
feucht | blöt; fuktigt | frivol; frivolt; fuktig; fuktigt; kallt och fuktigt; listigt; lukta svett; obscent; omoralisk; omoraliskt |
feuchtkalt | blöt; fuktigt | frostig; frostigt; kallt; kallt och fuktigt; kyligt; råkall; råkallt |
klamm | blöt; fuktigt | kallt och fuktigt |
naß | blöt; fuktigt | fuktigt; regning; regningt; våt |
Synoniemen voor "blöt":
Computer vertaling door derden: