Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bebis:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bebis (Zweeds) in het Duits

bebis:

bebis [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bebis (baby; småbarn)
    Babychen; der Säugling

Vertaal Matrix voor bebis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Babychen baby; bebis; småbarn
Säugling baby; bebis; småbarn baby; spädbarn

Synoniemen voor "bebis":


Wiktionary: bebis

bebis
Cross Translation:
FromToVia
bebis Baby; Kleinkind; Säugling baby — very young human being