Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bann:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bann (Zweeds) in het Duits

bann:

bann [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. bann (bojkott; bannlysning)
    der Boykott; der Bann
    • Boykott [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bann [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bann:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bann bann; bannlysning; bojkott förbanna; förtrollning
Boykott bann; bannlysning; bojkott

Synoniemen voor "bann":


Wiktionary: bann

bann
noun
  1. Ausweisung einer Person oder einer Gruppe aus einer Gemeinschaft, insbesondere aus der Kirche

Computer vertaling door derden: