Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bankir:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bankir (Zweeds) in het Duits

bankir:

bankir [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bankir (finansman)
    der Bankier
    • Bankier [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bankir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bankier bankir; finansman

Wiktionary: bankir

bankir
noun
  1. der persönlich haftende Inhaber oder ein Vorstandsmitglied einer Bank

Cross Translation:
FromToVia
bankir Bankier banker — one who conducts the business of banking
bankir Banker; Bankdirektor; Bankchef banquier — Employé d’une banque