Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bandage:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bandage (Zweeds) in het Duits

bandage:

bandage [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. bandage (bindel)
    der Verband; die Binde
    • Verband [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. bandage (förband)
    Verbandszeug
  3. bandage (binda; bindel)
    der Wickel; die Wickelbinde
  4. bandage
    der Verbände; die Bandagierungen
  5. bandage (mitella; omslag)
    die Schlinge; die Binde
    • Schlinge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bandagierungen bandage
Binde bandage; bindel; mitella; omslag anknytning; barnlindor; förbindelse; ljudnivå; samband; sammanhang; steriliserad binda
Schlinge bandage; mitella; omslag böjelse; knut; lapp; märke; perversion
Verband bandage; bindel allians; anknytning; band; barnlindor; broderskap; förbindelse; förhållande; koalition; länk; pakt; relation; samarbete; samband; sammanhang; samverkan; steriliserad binda; union; överenskommelse
Verbandszeug bandage; förband sårförband
Verbände bandage federationer; förbindelser; förbund; kontexter; sammanhang; styrelser
Wickel bandage; binda; bindel knut
Wickelbinde bandage; binda; bindel

Synoniemen voor "bandage":


Wiktionary: bandage

bandage
noun
  1. im übertragenen Sinne zu [1b]: Mittel
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
bandage Verband bandage — medical binding