Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- baklänges:
-
Wiktionary:
- baklänges → rückwärts, aufschieben, fristen, stunden, vertagen, verzögern, abtreten, nachgeben, weichen, überlassen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor baklänges (Zweeds) in het Duits
baklänges:
-
baklänges
hintenüber; rückwärts; rücklings; nach hinten-
hintenüber bijvoeglijk naamwoord
-
rückwärts bijvoeglijk naamwoord
-
rücklings bijvoeglijk naamwoord
-
nach hinten bijvoeglijk naamwoord
-
-
baklänges (enfaldig; avigt; enfaldigt)
einfältig; zurückgeblieben; dumm; rückständig; geistesschwach; unterbegabt-
einfältig bijvoeglijk naamwoord
-
zurückgeblieben bijvoeglijk naamwoord
-
dumm bijvoeglijk naamwoord
-
rückständig bijvoeglijk naamwoord
-
geistesschwach bijvoeglijk naamwoord
-
unterbegabt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor baklänges:
Wiktionary: baklänges
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• baklänges | → rückwärts | ↔ backward — of the direction reverse of normal |
• baklänges | → rückwärts | ↔ backwards — toward the back |
• baklänges | → rückwärts | ↔ backwards — with back preceding the front |
• baklänges | → aufschieben; fristen; stunden; vertagen; verzögern; abtreten; nachgeben; weichen; überlassen; zedieren; übertragen; einräumen; zurückweichen | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |