Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aula:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor aula (Zweeds) in het Duits

aula:

aula [-en] zelfstandig naamwoord

  1. aula (hall; sal)
    die Halle; die Eingangshalle
  2. aula (sammlingslokal)
    die Auditorien
  3. aula
    die Aula; der Hörsaal
    • Aula [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hörsaal [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auditorien aula; sammlingslokal auditorier; aulor; hörsalar
Aula aula hörsal
Eingangshalle aula; hall; sal auktionskammare; entré; förstuga; hall; ingång; vestibul
Halle aula; hall; sal auktionskammare; entré; förstuga; hall; ingång; kammare; mottagningsrum; rum; stort rum; tekningsrum; vestibul
Hörsaal aula föreläsningssal; hörsal

Synoniemen voor "aula":


Wiktionary: aula

aula
noun
  1. Palast in der römischen Kaiserzeit
  2. freier, hofähnlicher Platz in großen griechischen und römischen Häusern der Antike
  3. Raum für besondere Veranstaltungen und Versammlungen (besonders in Schulen und Universitäten)