Zweeds

Uitgebreide vertaling voor arrestering (Zweeds) in het Duits

arrestering:

arrestering [-en] zelfstandig naamwoord

  1. arrestering (arrest; häktning)
    die Verhaftung; die Gefangennahme; die Festnahme; die vorläufige Festnahme
  2. arrestering
    der Arresten
    • Arresten [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. arrestering (arrest; anhållan)
    Verhaften
  4. arrestering (gripning; anhållning)
    Arestieren
  5. arrestering (anhållande; arrest)
    die Festnahme; die Freiheitsberaubung

Vertaal Matrix voor arrestering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arestieren anhållning; arrestering; gripning
Arresten arrestering
Festnahme anhållande; arrest; arrestering; häktning anhållande
Freiheitsberaubung anhållande; arrest; arrestering olaga frihetsberövande
Gefangennahme arrest; arrestering; häktning fångslad
Verhaften anhållan; arrest; arrestering
Verhaftung arrest; arrestering; häktning
vorläufige Festnahme arrest; arrestering; häktning