Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- sur:
-
Wiktionary:
- sur → muffig, muff, mucksch, grätig
- sur → sauer, verärgert, böse, herb, streitsüchtig, griesgrämig
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor sur (Zweeds) in het Duits
sur:
-
sur (ilsken; surt; ilsket; argt; förbannat)
-
sur (missnöj7; surt)
erregt; mißvergnügt; sauer; aufgeregt; verärgert; ärgerlich; aufgebracht; unzufrieden; verstimmt; erhitzt; säuerlich; unwillig; verdrießlich; kribbelig; mißmutig; agitiert-
erregt bijvoeglijk naamwoord
-
mißvergnügt bijvoeglijk naamwoord
-
sauer bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeregt bijvoeglijk naamwoord
-
verärgert bijvoeglijk naamwoord
-
ärgerlich bijvoeglijk naamwoord
-
aufgebracht bijvoeglijk naamwoord
-
unzufrieden bijvoeglijk naamwoord
-
verstimmt bijvoeglijk naamwoord
-
erhitzt bijvoeglijk naamwoord
-
säuerlich bijvoeglijk naamwoord
-
unwillig bijvoeglijk naamwoord
-
verdrießlich bijvoeglijk naamwoord
-
kribbelig bijvoeglijk naamwoord
-
mißmutig bijvoeglijk naamwoord
-
agitiert bijvoeglijk naamwoord
-
-
sur (surt; bittert)
bitter; herb; bitterlich-
bitter bijvoeglijk naamwoord
-
herb bijvoeglijk naamwoord
-
bitterlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
sur (förbittra)
Vertaal Matrix voor sur:
Synoniemen voor "sur":
Wiktionary: sur
sur
Cross Translation:
adjective
-
umgangssprachlich: schlecht gelaunt, in mieser Stimmung und unfreundlich
-
schweizerisch, nur prädikativ: mit schlechter Laune, in mieser Stimmung und unfreundlich
-
(umgangssprachlich), norddeutsch: verärgert, eingeschnappt, beleidigt, launisch, mürrisch
-
von Menschen: mürrisch, schlecht gelaunt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sur | → sauer | ↔ acid — sour, sharp, or biting to the taste |
• sur | → sauer | ↔ acid — sour-tempered |
• sur | → sauer | ↔ acidic — chemistry: having pH less than 7 |
• sur | → sauer; verärgert | ↔ annoyed — troubled, irritated by something unwanted or unliked; vexed |
• sur | → verärgert; böse | ↔ cross — angry, annoyed |
• sur | → sauer | ↔ sour — having an acidic, sharp or tangy taste |
• sur | → sauer; herb | ↔ tart — with sharp taste, sour |
• sur | → streitsüchtig; griesgrämig | ↔ acariâtre — D’un tempérament grincheux, aigri et fâcheux. |