Overzicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor minimal (Zweeds) in het Duits
minimal:
-
minimal (liten; litet; minimalt; obetydlig; obetydligt)
gering; minimal; geringfügig; klein-
gering bijvoeglijk naamwoord
-
minimal bijvoeglijk naamwoord
-
geringfügig bijvoeglijk naamwoord
-
klein bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor minimal:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gering | liten; litet; minimal; minimalt; obetydlig; obetydligt | brackig; brackigt; elak; elakt; fattig; fattigt; inte högt; inte överflödigt; knapert; knappast; kälkborgerligt; litet; låg; lågt; marginellt; nedrigt; obetydlig; obetydligt; ont; schabbigt; skir; skirt; småborgerlig; småborgerligt |
geringfügig | liten; litet; minimal; minimalt; obetydlig; obetydligt | fattig; fattigt; knapert; knapphändig; knapphändigt; knappt; knappt tilltagen; lätt; minimalt; ringa; snålt tilltaget |
klein | liten; litet; minimal; minimalt; obetydlig; obetydligt | brackig; brackigt; fattig; fattigt; kyffig; kyffigt; kälkborgerligt; liten; litet; obetydligt; pytteliten; småborgerlig; småborgerligt; trångt; underlägsen; underlägset |
minimal | liten; litet; minimal; minimalt; obetydlig; obetydligt | lätt; minimalt; ogiltig; summarisk; summariskt |
Synoniemen voor "minimal":
Wiktionary: minimal
minimal
Cross Translation:
adjective
-
sehr gering, sehr klein, am kleinsten, am geringsten
-
schweiz.|, ansonsten veraltet: nur über eine äußerst geringe Größe, ein äußerst geringes Ausmaß, einen äußerst geringen Umfang oder Ähnliches verfügend; überaus gering
-
(umgangssprachlich) unbedeutend, klein, unansehnlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• minimal | → minimal | ↔ minimal — The smallest possible amount, quantity, or degree |
Duits
Uitgebreide vertaling voor minimal (Duits) in het Zweeds
minimal:
-
minimal (summarisch; kurz; bündig)
summarisk; minimalt; summariskt-
summarisk bijvoeglijk naamwoord
-
minimalt bijvoeglijk naamwoord
-
summariskt bijvoeglijk naamwoord
-
-
minimal (gering; geringfügig; klein)
-
minimal (ungültig; nichtig)
-
minimal (geringfügig; winzig; nichtig; sehr klein; sehr gering)