Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- ode:
- öde:
-
Wiktionary:
- öde → einsam
- öde → Schicksal, Geschick, Fatum, Bestimmung
- öde → Los, Schicksal, verlassen, öde, einsam, abgeschieden, wüst, Fügung, Geschick, Verhängnis, Bestimmung, Zukunft, Schicksalsschlag
- ode → Ode
- ode → Ode
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Öde:
- öde:
- Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor öde (Zweeds) in het Duits
ode:
-
ode (lovsång; lyriskt kväde)
Vertaal Matrix voor ode:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Lobgedicht | lovsång; lyriskt kväde; ode | hyllningsdikt; hyllningstal |
öde:
-
öde (isolerat; övergivet; bortglömt; bortglömd)
-
öde (ödslig; ödsligt; folktomt)
ausgestorben; menschenleer; verlassen; öde-
ausgestorben bijvoeglijk naamwoord
-
menschenleer bijvoeglijk naamwoord
-
verlassen bijvoeglijk naamwoord
-
öde bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (ofruktbar; kargt; fattig; fattigt; ödsligt; ofruktbart)
-
öde (lott)
-
öde
-
öde (förutbestämmelse)
-
öde (levnadslott; lycka)
Vertaal Matrix voor öde:
Wiktionary: öde
öde
Cross Translation:
adjective
-
ohne Menschen oder nicht von Menschen bewohnt
-
weit entfernt von der Zivilisation
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• öde | → Los; Schicksal | ↔ destiny — predetermined condition; fate; fixed order of things |
• öde | → Schicksal | ↔ fate — destiny |
• öde | → verlassen; öde; einsam; abgeschieden | ↔ lonely — of place: desolate |
• öde | → Los; Schicksal | ↔ lot — that which happens without human design or forethought |
• öde | → wüst; öde | ↔ waste — barren |
• öde | → Fügung; Geschick; Los; Schicksal; Verhängnis; Bestimmung | ↔ destinée — destin particulier d’une personne ou d’une chose. |
• öde | → Schicksal; Zukunft; Schicksalsschlag | ↔ sort — La destinée considérer comme cause des divers événements de la vie. |
Duits
Uitgebreide vertaling voor öde (Duits) in het Zweeds
Öde:
-
die Öde (Leere; Leerheit)
-
die Öde (Einöde; öde Landschaft; trostloses Gebiet)
Vertaal Matrix voor Öde:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tomhet | Leere; Leerheit; Öde | Hohlheit |
ödebygder | Einöde; trostloses Gebiet; Öde; öde Landschaft |
Synoniemen voor "Öde":
öde:
-
öde (desolat)
-
öde (langweilig; eintönig; fahl; schlafbringend; fade; geisttötend; geistlos; einförmig)
-
öde (eintönig; langweilig; fade; dösig; abgeschmackt)
-
öde (schwerlich; lästig; sauer; schwierig; unangenehm; langweilig; mies; hinderlich; beschwerlich; schwer; problematisch; unbequem; mühsam)
långtrådigt; tråkig; tråkigt; ledsamt; ledsam-
långtrådigt bijvoeglijk naamwoord
-
tråkig bijvoeglijk naamwoord
-
tråkigt bijvoeglijk naamwoord
-
ledsamt bijvoeglijk naamwoord
-
ledsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (vertrocknet; trocken; dürr; karg; fruchtlos; welk; unfruchtbar)
-
öde (nicht abgelenkt; langweilig; fade; geistlos; geisttötend)
tröttsam; långtråkigt; tröttsamt-
tröttsam bijvoeglijk naamwoord
-
långtråkigt bijvoeglijk naamwoord
-
tröttsamt bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (ausgestorben; menschenleer; verlassen)
-
öde (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; schütter; flau; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
-
öde
-
öde (bitter entäuscht; verbittert; hell; wütend; hart; wüst; roh; tüchtig; wild; grell; heftig; bissig; rüde; rasend; grimmig; stürmisch; höllisch; schneidig; klirrend; schnippisch; tobend; haarig; gellend; beißend; geharnischt)
förbittrat; bitter; bittet-
förbittrat bijvoeglijk naamwoord
-
bitter bijvoeglijk naamwoord
-
bittet bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (dürr; schal; trocken; schofel; karg; schäbig; unfruchtbar; kärglich)
-
öde (vereinsamt; einsam; verlassen)