Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rund (Zweeds) in het Duits

rund:

rund zelfstandig naamwoord

  1. rund
    die Runde; die Rundgang
    • Runde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rundgang [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. rund
    der Umgang; die Rundgänge; die Rundläufe

rund bijvoeglijk naamwoord

  1. rund (runt; sfäriskt)
    kugelformig
  2. rund (mullligt)
    mollig; rundlich; pummelig
  3. rund (runt)
    rundlich
  4. rund (ringformig; runt; cirkelrunt; ringformigt)
    ringförmig

Vertaal Matrix voor rund:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Runde rund bransch; cirkel; förbund; förening; gille; gå på en runda; liten ring; omlopp; omloppsbana; promenad; ring; rondell; runda; rundel; samfund; sammanslutning; skämt; spel; strövande; sällskap; vandrins
Rundgang rund cirkel; gå på en runda; liten ring; promenad; ring; rundel; strövande; vandrins
Rundgänge rund kurs; riktning
Rundläufe rund kurs; riktning; rundresa; utflykt
Umgang rund mellanhavande; umgänge; umgängesliv
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kugelformig rund; runt; sfäriskt
mollig mullligt; rund mullig; mulligt
pummelig mullligt; rund knubbigt; plump; plumpt; tung; tungt
ringförmig cirkelrunt; ringformig; ringformigt; rund; runt cirkelformad; cirkelformat; runt
rundlich mullligt; rund; runt välgjord; välgjort

Synoniemen voor "rund":


Wiktionary: rund


Cross Translation:
FromToVia
rund rund circular — in the shape of, or moving in a circle
rund rund round — circular or cylindrical
rund rund round — spherical
rund abgerundet round — of corners that lack sharp angles
rund rund round — of a number that has been rounded off
rund Kreis; Bezirk; Runde; Kreislinie cercle — géométrie|fr Dans un plan euclidien, lieu de tous les points équidistants d’un point donné appelé le centre du cercle. La distance au centre s’appelle le rayon.
rund Bezirk; Kreis; Runde rondcercle, forme circulaire.
rund Bezirk; Kreis; Runde; Ronde rondesurveillance ; tour de garde.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van rund



Duits

Uitgebreide vertaling voor rund (Duits) in het Zweeds

rund:

rund bijvoeglijk naamwoord

  1. rund (ungefähr; plusminus; geschätzt)
    cirka; tillnärmelsevids; tillnärmelsevis; approximativ
  2. rund (um herum; um)
    runt
    • runt bijvoeglijk naamwoord
  3. rund (gewölbt; aufgebauscht; gespannt; )
    runda; rundat
    • runda bijvoeglijk naamwoord
    • rundat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rund:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
runda Partie; Rund machen; Runde; Runden; Spiel; Spielchen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approximativ geschätzt; plusminus; rund; ungefähr
cirka geschätzt; plusminus; rund; ungefähr ungefähr
runda aufgebauscht; aufgedunsen; ausgestopft; gespannt; gewölbt; prall; rund verlauf
rundat aufgebauscht; aufgedunsen; ausgestopft; gespannt; gewölbt; prall; rund verlauf
runt rund; um; um herum kreisförmig; kugelformig; ringförmig; rundlich; um herum
tillnärmelsevids geschätzt; plusminus; rund; ungefähr
tillnärmelsevis geschätzt; plusminus; rund; ungefähr

Synoniemen voor "rund":


Wiktionary: rund


Cross Translation:
FromToVia
rund ringformad; cirkulär; rund; cirkelformad circular — in the shape of, or moving in a circle
rund rund round — circular or cylindrical
rund rund round — spherical
rund allsidig round — complete, not lacking
rund avrundad; rund round — of a number that has been rounded off

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van rund