Zweeds
Uitgebreide vertaling voor riktig (Zweeds) in het Duits
riktig:
-
riktig (korrekt; riktigt)
gut; richtig; korrekt; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös-
gut bijvoeglijk naamwoord
-
richtig bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
gründlich bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
akkurat bijvoeglijk naamwoord
-
gewissenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
haargenau bijvoeglijk naamwoord
-
peinlich genau bijvoeglijk naamwoord
-
minuziös bijvoeglijk naamwoord
-
-
riktig (precis; riktigt)
gründlich; genau; pünktlich; gerade; sorgfältig; korrekt; sicher; akkurat; gewissenhaft; skrupulös; konsequent; strikt-
gründlich bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
pünktlich bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
sorgfältig bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
akkurat bijvoeglijk naamwoord
-
gewissenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
skrupulös bijvoeglijk naamwoord
-
konsequent bijvoeglijk naamwoord
-
strikt bijvoeglijk naamwoord
-
-
riktig (riktigt; ordentligt; lämpligt; säskilt; säskild; passandet; lämplig; eget)
-
riktig (propert; riktigt)
-
riktig (säkerligen)
wahr; wirklich; echt; wahrhaftig; das stimmt; ehrlich-
wahr bijvoeglijk naamwoord
-
wirklich bijvoeglijk naamwoord
-
echt bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
das stimmt bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor riktig:
Synoniemen voor "riktig":
Wiktionary: riktig
riktig
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• riktig | → richtig; korrekt; einwandfrei | ↔ correct — free from error |
• riktig | → richtig | ↔ proper — complete, thorough |
• riktig | → richtig | ↔ proper — entitled to its name, true |
• riktig | → richtig | ↔ proper — informal: utter |
• riktig | → echt | ↔ real — genuine, not faked |
• riktig | → echt; wirklich | ↔ real — genuine, not artificial |
• riktig | → richtig | ↔ right — complying with justice, correct |
• riktig | → recht; richtig; zutreffend; billig; gerecht | ↔ juste — Qui est conforme au droit, à la raison et à la justice. |
• riktig | → präzis; bestimmt; bündig; exakt; genau; pünktlich | ↔ précis — Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude. |