Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. näbb:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor näbb (Zweeds) in het Duits

näbb:

näbb [-en] zelfstandig naamwoord

  1. näbb (käft; gap; mun)
    die Schnauze; die Mund; die Klappe; die Fresse; der Schnabel
    • Schnauze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mund [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Klappe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fresse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schnabel [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. näbb (lagförslag)
    der Schnäbel

Vertaal Matrix voor näbb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fresse gap; käft; mun; näbb
Klappe gap; käft; mun; näbb klaff; rassel; skramla; skrammel; slammer
Mund gap; käft; mun; näbb käft; mun; nos
Schnabel gap; käft; mun; näbb munstycken; nos; nota; näsa; pipar; räkning; snabel
Schnauze gap; käft; mun; näbb kran; nos; näsa; skrävlare; snabel; snok; stor mun
Schnäbel lagförslag; näbb mular; munstycken; nosar; näbbar; pipar

Wiktionary: näbb

näbb
noun
  1. Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere

Cross Translation:
FromToVia
näbb Schnabel beak — structure projecting from a bird's face
näbb Schnabel bill — bird's beak
näbb Schnabel snavel — een bek van een vogel
näbb Schnabel; Tülle; Spitze; Schnauze bec — Traductions à trier suivant le sens