Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. taxa:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor taxa (Zweeds) in het Duits

taxa:

taxa [-en] zelfstandig naamwoord

  1. taxa (tariff; prislista)
    der Tarif; der Zoll
    • Tarif [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zoll [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor taxa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tarif prislista; tariff; taxa
Zoll prislista; tariff; taxa
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zoll tullväsen

Synoniemen voor "taxa":


Wiktionary: taxa

taxa
noun
  1. Preis oder Gebühr, die amtlich festgesetzt ist

Cross Translation:
FromToVia
taxa Fahrpreis fare — money paid for a transport ticket
taxa rollen taxi — move an aircraft
taxa Steuer; Abgabe; Steuerabgabe impôtcharge public, droit imposer sur certaines choses.
taxa Abgabe; Steuer; Steuerabgabe taxe — (vieilli) fixation faite officiellement du prix des denrées, des frais de justice, du port des lettres, etc.

Verwante vertalingen van taxa