Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- idel:
-
Wiktionary:
- idel → lauter
- idel → eitel
- idel → einfach, einfältig, blank, rein, reinlich, sauber, absolut, losgelöst, beziehungslos, uneingeschränkt, unumschränkt, unabhängig, unvermischt
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor idel (Zweeds) in het Duits
idel:
-
idel (pur; rent; idelt)
lauter; einfach; rundheraus; unverfälscht; rein; geradeweg; ehrlich; pur-
lauter bijvoeglijk naamwoord
-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
rundheraus bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
geradeweg bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor idel:
Wiktionary: idel
idel
Cross Translation:
adverb
-
umgangssprachlich: drückt Vollständigkeit oder Pluralität aus; rein, nichts als
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• idel | → einfach; einfältig; blank; rein; reinlich; sauber; absolut; losgelöst; beziehungslos; uneingeschränkt; unumschränkt; unabhängig; unvermischt | ↔ pur — Qui est sans mélange. |