Zweeds
Uitgebreide vertaling voor lida brist (Zweeds) in het Duits
lida brist: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- lida: tragen; erfahren; erleben; bestehen; leiden; fühlen; sinken; vertragen; ertragen; ausgeben; überstehen; erleiden; stehlen; aushalten; verzehren; durchhalten; untergehen; verdauen; dulden; verbrauchen; aufbrauchen; zehren; erdulden; ausharren; standhalten; überdauern; durchmachen; aufzehren; schmachten
- brist: Bedarf; Mangel; Krankheit; Schwäche; Übel; Leiden; Defekt; Ermangelung; Gebrechen; Fehlmenge; Manko; Fehlbetrag; Unvollkommenheit; Defizit; Armut; Abwesenheit; Knappheit; Bedürftigkeit; Kargheit; Hilfsbedürftigkeit; Spärlichkeit; Ärmlichkeit; Fehlbestand
- brista: brechen; knacken; aufbrechen; beschädigen; kaputtmachen; Bruch; entbehren; zerhacken; Knacks; splissen; spleißen; aufhacken
Wiktionary: lida brist
lida brist
-
veraltend: mangeln
-
Not leiden