Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: hare

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: hare

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

hare:
- Funk; Hase; Langohr; Feigling; Angsthase; Schrittmacher
Wiktionary:
- hare → Hase
- hare → Hase

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hare (Zweeds) in het Duits

hare:

hare [-en] zelfstandig naamwoord

hare (funk)
der Funk
- Funk [der ~] zelfstandig naamwoord
hare
der Hase; Langohr
- Hase [der ~] zelfstandig naamwoord
- Langohr [das ~] zelfstandig naamwoord
hare (fegis; mes; rookie)
der Feigling; der Angsthase
- Feigling [der ~] zelfstandig naamwoord
- Angsthase [der ~] zelfstandig naamwoord
hare (draghjälp; farthållare; pacemaker)
die Schrittmacher
- Schrittmacher [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hare:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angsthase	fegis; hare; mes; rookie	fegis; mes
Feigling	fegis; hare; mes; rookie	fegis; mes
Funk	funk; hare	Funk
Hase	hare
Langohr	hare
Schrittmacher	draghjälp; farthållare; hare; pacemaker	pacemaker; propagandist

Wiktionary: hare

hare

noun

das Fleisch des Hasen^[1]
- Hase → harkött; hare
Sport: beim Langstreckenlauf ein Begleiter, der außer Konkurrenz läuft
- Hase → hare
Zoologie: Säugetier mit langen Ohren aus der Gattung Lepus, speziell der Feldhase (L. europaeus)
- Hase → hare; tyskhare; fälthare

Cross Translation:

From	To	Via
• hare	→ Hase	↔ hare — animal
• hare	→ Hase	↔ haas — Lepus eropaeus, een konijnachtig zoogdier met lange achterpoten een gespleten lip en lange oren
• hare	→ Hase	↔ lièvre — Quadrupède mammifère