Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. traktor:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Traktor:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor traktor (Zweeds) in het Duits

traktor:

traktor [-en] zelfstandig naamwoord

  1. traktor
    der Traktor; der Sattelschlepper; der Trecker; der Schlepper
  2. traktor
    der Traktor; der Trecker
    • Traktor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Trecker [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. traktor

Vertaal Matrix voor traktor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sattelschlepper traktor långtradare; truck
Schlepper traktor bogserare; bogserbåt; kundfiskare; kundfångare; vandrare; värvare
Traktor traktor
Trecker traktor
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
landwirtschaftliche Zugmaschine traktor

Wiktionary: traktor

traktor
noun
  1. norddeutsch: Traktor
  2. Traktor, Zugmaschine
  3. (umgangssprachlich): landwirtschaftliche Zugmaschine

Cross Translation:
FromToVia
traktor Traktor tractor — motorvoertuig
traktor Traktor; Trecker; Schlepper tractor — farm vehicle



Duits

Uitgebreide vertaling voor traktor (Duits) in het Zweeds

Traktor:

Traktor [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Traktor (Sattelschlepper; Trecker; Schlepper)
    traktor
    • traktor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Traktor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traktor Sattelschlepper; Schlepper; Traktor; Trecker landwirtschaftliche Zugmaschine

Synoniemen voor "Traktor":


Wiktionary: Traktor


Cross Translation:
FromToVia
Traktor traktor tractor — motorvoertuig
Traktor traktor tractor — farm vehicle