Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- nu:
- Wiktionary:
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Nuß:
-
Wiktionary:
- nu → nu
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor nu (Zweeds) in het Duits
nu:
-
nu
-
nu (direkt)
unverzüglich; sofortig; unmittelbar; direkt; auf der Stelle; prompt; augenblicklich-
unverzüglich bijvoeglijk naamwoord
-
sofortig bijvoeglijk naamwoord
-
unmittelbar bijvoeglijk naamwoord
-
direkt bijvoeglijk naamwoord
-
auf der Stelle bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
augenblicklich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nu:
Synoniemen voor "nu":
Wiktionary: nu
nu
Cross Translation:
adverb
-
von einem Zeitpunkt in der Vergangenheit bis jetzt
-
Im Satzanfang, elliptisch, zur Bezeichnung eines Ruhepunktes in der Rede, einer Folgerung, Einwendung oder Einräumung.
-
Im Satzanfang, zur Einleitung einer Frage
-
Fortführung der Rede, zeitliche Folge
-
in unmittelbarere Zukunft
-
in unmittelbarer Vergangenheit
-
zu diesem Zeitpunkt, zum jetzigen Zeitpunkt, in dem Moment
-
landschaftlich, (umgangssprachlich) auch auffordernd oder aufmunternd: nun, jetzt
-
nun, in diesem Moment
-
heute, heutzutage
- jetzt → nu; numera; nuförtiden
-
va.|: in diesem Moment, im gegenwärtigen Zeitpunkt
-
betont: dringend
-
-
-
ein sehr kurzer Zeitabschnitt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nu | → momentan; zurzeit; zur Zeit | ↔ currently — At this moment |
• nu | → nun; jetzt | ↔ now — at the present time |
• nu | → Jetzt | ↔ now — the present time |
• nu | → Gegenwart; Jetzt | ↔ present — current time |
• nu | → nun; jetzt | ↔ nu — op het huidige tijdstip |
Verwante vertalingen van nu
Duits
Uitgebreide vertaling voor nu (Duits) in het Zweeds
Nuß:
-
die Nuß (Fruchtkern; Kern; Stein)
Vertaal Matrix voor Nuß:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inre delen av en frukt | Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein | |
kärna | Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein | Butterfaß; Essenz; Gehäuse; Innerste; Kern; Kerngehäuse; Wesen; Zentrum |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kärna | anschüren; bewegen; schüren; umruhren |