Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: halv

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: halv

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

halv:
- halb
halvö:
- Halbinsel; Landzunge
Wiktionary:
- halv → halb
- halv → halb
- halvö → Halbinsel
- halvö → Halbinsel

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor halv (Zweeds) in het Duits

halv:

halv bijvoeglijk naamwoord

halv (halvt)
halb
- halb bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor halv:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
halb	halv; halvt	halvt

Synoniemen voor "halv":

hälft

Wiktionary: halv

halv

adjective

geteilt durch zwei; die Hälfte von etwas seiend
- halb → halv

Cross Translation:

From	To	Via
• halv	→ halb	↔ demi — Qui contenir, qui fait, qui est la moitié d’une chose diviser ou divisible en deux parties égales.

halvö:

halvö [-en] zelfstandig naamwoord

halvö
die Halbinsel; die Landzunge
- Halbinsel [die ~] zelfstandig naamwoord
- Landzunge [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor halvö:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Halbinsel	halvö	landspott
Landzunge	halvö	landspott

Wiktionary: halvö

halvö

noun

ein Gebiet oder Stück Land, welches von drei Seiten von Wasser umschlossen ist, und nur durch an einer Seite eine (schmale) Landverbindung zum Festland besitzt
- Halbinsel → halvö

Cross Translation:

From	To	Via
• halvö	→ Halbinsel	↔ peninsula — a piece of land projecting into water
• halvö	→ Halbinsel	↔ presqu’île — géographie\|fr terre qui est presque une île, qui n’relier au continent que par une mince bande de terre, appelée isthme.
• halvö	→ Halbinsel	↔ péninsule — géog\|fr contrée qui s’avance dans la mer et est unie au continent par un seul côté.

Verwante vertalingen van halv