Overzicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor spörja (Zweeds) in het Duits
spörja: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- spå: prophezeien; vorhersagen; voraussagen; wahrsagen; weissagen; Kartenlegen
- röja: auflösen; entdecken; herausbringen; herausbekommen; hinterkommen; ausfindig machen; sich entpuppen als
- spö: Schilf; Geflecht; Ried; Schilfrohr; Schilfgras; Rotan; Flechtrohr; Uferschilf; Rotang; Reis; Peitsche; Geißel; Karbatsche; Reitpeitsche; junger Zweig