Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. svåger:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor svåger (Zweeds) in het Duits

svåger:

svåger [-en] zelfstandig naamwoord

  1. svåger
    der Schwager
    • Schwager [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. svåger
    der Schwäger

Vertaal Matrix voor svåger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schwager svåger
Schwäger svåger

Wiktionary: svåger


Cross Translation:
FromToVia
svåger Schwager brother-in-law — one's husband's brother
svåger Schwager brother-in-law — one's sister's husband
svåger Schwager brother-in-law — one's wife's brother
svåger Onkel maternal uncle — brother of one's mother
svåger Onkel; Oheim paternal uncle — brother of one's father
svåger Onkel; Oheim uncle — brother (or brother-in-law) of someone’s parent
svåger Schwager; Schwiegerbruder schoonbroer — de echtgenoot van iemands broer of zus, of de broer van iemands echtgenoot of echtgenote.
svåger Schwiegerbruder; Schwager zwager — familie|nld de echtgenoot van een zus of de broer van een echtgenote