Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skaft:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skaft (Zweeds) in het Duits

skaft:

skaft [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. skaft
    der Schacht; der Schaft
    • Schacht [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schaft [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. skaft (spiror; spjut)
    die Stiele; die Deichseln
    • Stiele [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Deichseln [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. skaft (handtag; öra)
    Ohr; Tassenohr
    • Ohr [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Tassenohr [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. skaft (skenben; stjälk; lägg; skank; hålfot)
    der Schenkel
    • Schenkel [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. skaft (lägg; hög fot)
    der Stamm
    • Stamm [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor skaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Deichseln skaft; spiror; spjut
Ohr handtag; skaft; öra
Schacht skaft bomblucka; hissschakt; minskackt
Schaft skaft gevärspipa; pipa; skoläst
Schenkel hålfot; lägg; skaft; skank; skenben; stjälk hög fot på glas; lår; skaft på verktyg; skinka; stjälkar
Stamm hög fot; lägg; skaft folkstam; grupp; ordstam; rot; rotord; stam; stamsystem; sällskap; trästam
Stiele skaft; spiror; spjut
Tassenohr handtag; skaft; öra
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ohr gehör; öra

Wiktionary: skaft

skaft
noun
  1. Griff an Werkzeugen und Geräten
  2. ein Griff an einer Stange und an anderen länglichen Gegenständen
  3. eine Stange, in der Regel aus Holz
  4. Teil des Federkiels einer Vogelfeder

Verwante vertalingen van skaft