Skåp: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

skåp:
- Schrank; Kästchen; Schränkchen; Kisten; Kistchen; Schrein; Schränke; Schreine; Tresor
Wiktionary:
- skåp → Schrank, Kasten
- skåp → Schrank

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skåp (Zweeds) in het Duits

skåp
der Schrank; Kästchen; Schränkchen; die Kisten; Kistchen; der Schrein
- Schrank [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kästchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schränkchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Kisten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kistchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schrein [der ~] zelfstandig naamwoord
skåp (garderober)
der Schränke; Schränkchen; Schreine
- Schränke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schränkchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schreine [das ~] zelfstandig naamwoord
skåp (låda; förvaringsfack)
der Tresor
- Tresor [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kistchen	skåp
Kisten	skåp
Kästchen	skåp	ask; bit; bur; herrkostym; liten låda; packkorg; skiva; skrin; spjällåda
Schrank	skåp	badrumsskåp
Schrein	skåp	skrin
Schreine	garderober; skåp	helgedommar
Schränkchen	garderober; skåp
Schränke	garderober; skåp
Tresor	förvaringsfack; låda; skåp	förvaringsfack; kassa för bankfack; kassaskåp; valv

skåp

noun

geschlossenes Möbelstück, meistens mit Türen und zusätzlich optional auch Schubladen
- Schrank → skåp
Schrank (österreichisch, süddeutsch)
- Kasten → skåp

Cross Translation:

From	To	Via
• skåp	→ Schrank	↔ armoire — meubles\|fr meuble haut fermer par une ou deux portes et destiné au rangement du linge, des vêtements ou d’autres objets.