Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: manér

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: manér

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

manér:
- Höflichkeit; Artigkeit
Wiktionary:
- manér → Geschraubtheit
- maner → Manier
- maner → Weg, Art, Manier, Weise

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor manér (Zweeds) in het Duits

manér:

manér [-ett] zelfstandig naamwoord

manér (förkonstling)
die Höflichkeit; die Artigkeit
- Höflichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Artigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manér:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Artigkeit	förkonstling; manér	fullkomlighet; fulländning; ofelbarhet; ordentlighet; ordning
Höflichkeit	förkonstling; manér	anständig; anständighet; artighet; etikett; etikettsregel; fint sätt; fullkomlighet; fulländning; god uppfostran; gott uppförande; hövlighet; ofelbarhet; ordentlighet; ordning; respektabilitet; stadskaraktär; urbanitet

Synoniemen voor "manér":

stil

Wiktionary: manér

manér

noun

kein Plural, abwertend: geschraubte, gezierte, gekünstelte Art und Weise
- Geschraubtheit → tillgjordhet; manér
Handlung oder Äußerung, die geschraubt oder gekünstelt ist
- Geschraubtheit → fasoner; tillgjordhet; manér

Computer vertaling door derden: