Overzicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor giftig (Zweeds) in het Duits
giftig:
-
giftig (giftigt)
Vertaal Matrix voor giftig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
giftig | giftig; giftigt | elakt; förbannad; förbannat; förgiftigad; förgiftigat; giftigt; illvillig; illvilligt; irriterat; maliciöst; ofördelaktig; ofördelaktigt; olämplig; olämpligt; rasande; skadeglad; skadeglatt; skadligt; skitargt; spefullt; spydig; spydigt; stött; uppretad; uppretat; väldigt argt |
toxisch | giftig; giftigt | förgiftigad; förgiftigat |
Synoniemen voor "giftig":
Wiktionary: giftig
giftig
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• giftig | → giftig | ↔ giftig — gif bevattend |
• giftig | → giftig; toxisch | ↔ toxic — having a harmful chemical nature |
• giftig | → giftig | ↔ toxique — vénéneux, empoisonné. |
• giftig | → giftig | ↔ venimeux — Qui a du venin et un moyen de l'injecter. — usage aujourd'hui, il ne se dit proprement que des animaux. |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van giftig
Duits
Uitgebreide vertaling voor giftig (Duits) in het Zweeds
giftig:
-
giftig (vergiftet; toxisch)
-
giftig (böse; wütend; ärgerlich; rasend; neidisch; fuchsteufelswild; Haßerfüllt; aufgeregt; gehässig; übel; zornig; grimmig; verstimmt; eifersüchtig; garstig; bitterböse; aufgebracht; jähzornig; ungestüm; erzürnt; ergrimmt; verbissen; unwirsch; unwillig; borstig)
-
giftig (häslich; feindselig; aufsässig; furchtbar; boshaft; gehässig; gefährlich; feindlich; drohend; bedrohlich; unhold)
skadeglad; elakt; spydigt; skadeglatt; maliciöst; illvilligt; spydig; illvillig; spefullt-
skadeglad bijvoeglijk naamwoord
-
elakt bijvoeglijk naamwoord
-
spydigt bijvoeglijk naamwoord
-
skadeglatt bijvoeglijk naamwoord
-
maliciöst bijvoeglijk naamwoord
-
illvilligt bijvoeglijk naamwoord
-
spydig bijvoeglijk naamwoord
-
illvillig bijvoeglijk naamwoord
-
spefullt bijvoeglijk naamwoord
-
-
giftig (bösartig; böse; boshaft; jähzornig; unwirsch)
-
giftig (bitterböse)
väldigt argt; skitargt; förbannad; rasande; förbannat-
väldigt argt bijvoeglijk naamwoord
-
skitargt bijvoeglijk naamwoord
-
förbannad bijvoeglijk naamwoord
-
rasande bijvoeglijk naamwoord
-
förbannat bijvoeglijk naamwoord
-
-
giftig (irritiert; verärgert; gereizt; angebrannt; erregt; reizbar)
-
giftig (ungünstig; schädlich; nachteilig; unvorteilhaft)
olämplig; olämpligt; skadligt; ofördelaktig; ofördelaktigt-
olämplig bijvoeglijk naamwoord
-
olämpligt bijvoeglijk naamwoord
-
skadligt bijvoeglijk naamwoord
-
ofördelaktig bijvoeglijk naamwoord
-
ofördelaktigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
giftig (toxisch)
Vertaal Matrix voor giftig:
Synoniemen voor "giftig":
Wiktionary: giftig
giftig
Cross Translation:
adjective
-
(umgangssprachlich) reizbar, aufbrausend
-
gesundheitsschädlich, schadstoffhaltig
- giftig → giftig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• giftig | → giftig | ↔ giftig — gif bevattend |
• giftig | → giftig | ↔ toxic — having a harmful chemical nature |
• giftig | → giftig; toxisk | ↔ toxique — vénéneux, empoisonné. |
• giftig | → ettrig; giftig | ↔ venimeux — Qui a du venin et un moyen de l'injecter. — usage aujourd'hui, il ne se dit proprement que des animaux. |
Computer vertaling door derden: