Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: ute

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: ute

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

ute:
- daraus; aus; aushäusig; überholt; vorbei; ausländisch
- Äußere
Wiktionary:
- ute → draußen, auswärts

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ute (Zweeds) in het Duits

ute:

ute bijvoeglijk naamwoord

ute (utanför)
daraus; aus; aushäusig
- daraus bijvoeglijk naamwoord
- aus bijvoeglijk naamwoord
- aushäusig bijvoeglijk naamwoord
ute (utdaterad; utdaterat)
überholt; vorbei
- überholt bijvoeglijk naamwoord
- vorbei bijvoeglijk naamwoord
ute (utomlands)
ausländisch
- ausländisch bijvoeglijk naamwoord

ute zelfstandig naamwoord

ute (utanför)
die Äußere
- Äußere [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ute:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Äußere	utanför; ute	framträdande; hållning; kroppsbyggnad; pose; utanför
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aus	utanför; ute	avslutad; avslutat; fullständig; fullständigt; färdigt
aushäusig	utanför; ute	dessutom; för övrigt; sällan hemma
ausländisch	ute; utomlands	utländsk; utomlands
daraus	utanför; ute	därifrån; därur
vorbei	utdaterad; utdaterat; ute	ovan
überholt	utdaterad; utdaterat; ute	förbi; gången

Synoniemen voor "ute":

omodern

Wiktionary: ute

ute

adverb

umgangssprachlich, in der Verbindung: „draußen sein“: aus einem bestimmten Kreis ausgeschieden sein, beziehungsweise aus einem Kreis ausscheiden
- draußen → ute
übertragen: entlassen, ausserhalb der Mauern einer Institution, zum Beispiel des Gefängnisses
- draußen → fri; ute
außerhalb eines bestimmten Ortes, Gebietes oder Gebäudes
- draußen → utanför; där ute; ute
nicht im eigenen Haus, woanders
- auswärts → ute

Verwante vertalingen van ute