Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: gepäck

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: gepäck

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

gepäck:
- Wiktionary:
  gepäck → Gepäck

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gepäck:
- packning; bagage; resgods
Wiktionary:
- Gepäck → gepäck, packning, bagage
- Gepäck → bagage, tross, resgods, packning

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gepäck (Zweeds) in het Duits

Wiktionary: gepäck

gepäck

noun

gesamte Ausrüstung für eine Reise, eine Wanderung oder einen Marsch
- Gepäck → gepäck; packning; bagage

Duits

Uitgebreide vertaling voor gepäck (Duits) in het Zweeds

Gepäck:

Gepäck [das ~] zelfstandig naamwoord

Gepäck
packning; bagage; resgods
- packning [-en] zelfstandig naamwoord
- bagage [-ett] zelfstandig naamwoord
- resgods [-ett] zelfstandig naamwoord
Gepäck
bagage; packning
- bagage [-ett] zelfstandig naamwoord
- packning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gepäck:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bagage	Gepäck
packning	Gepäck	Lederstückchen; Packung; Schließring; Verpackung; Verschlußring
resgods	Gepäck

Synoniemen voor "Gepäck":

Bagage; Reisegepäck

Wiktionary: Gepäck

Gepäck

noun

gesamte Ausrüstung für eine Reise, eine Wanderung oder einen Marsch
- Gepäck → gepäck; packning; bagage

Cross Translation:

From	To	Via
• Gepäck	→ bagage	↔ baggage — luggage
• Gepäck	→ bagage	↔ luggage — traveller's containers
• Gepäck	→ tross; bagage; resgods; packning	↔ bagage — désuet\|fr équipage de voyage ou de guerre.