Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. macho:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Macho:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor macho (Zweeds) in het Duits

macho:

macho zelfstandig naamwoord

  1. macho (mansgris)
    der Hahn; der Macho; der Gockel
    • Hahn [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macho [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gockel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor macho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gockel macho; mansgris hane; tupp; ungtupp
Hahn macho; mansgris avtryckare; hane; kran; tappkran; tupp; ungtupp
Macho macho; mansgris

Wiktionary: macho

macho
noun
  1. ein sich übertrieben männlich gebender Mann



Duits

Uitgebreide vertaling voor macho (Duits) in het Zweeds

Macho:

Macho [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Macho (Hahn; Gockel)
    macho; mansgris
    • macho zelfstandig naamwoord
    • mansgris [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Macho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
macho Gockel; Hahn; Macho
mansgris Gockel; Hahn; Macho

Synoniemen voor "Macho":


Wiktionary: Macho

Macho
noun
  1. ein sich übertrieben männlich gebender Mann