Zweeds
Uitgebreide vertaling voor användbar (Zweeds) in het Duits
användbar:
-
användbar (användbart)
-
användbar (tillämplig; tillämpligt; användbart; passandet)
-
användbar (klokt; uppriktig; användbart)
vernünftig; genial; gescheit; klug; kundig; erfinderisch; sachverständig; gekonnt; fachmännisch; ausgekocht-
vernünftig bijvoeglijk naamwoord
-
genial bijvoeglijk naamwoord
-
gescheit bijvoeglijk naamwoord
-
klug bijvoeglijk naamwoord
-
kundig bijvoeglijk naamwoord
-
erfinderisch bijvoeglijk naamwoord
-
sachverständig bijvoeglijk naamwoord
-
gekonnt bijvoeglijk naamwoord
-
fachmännisch bijvoeglijk naamwoord
-
ausgekocht bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor användbar:
Synoniemen voor "användbar":
Wiktionary: användbar
användbar
Cross Translation:
adjective
-
die Eigenschaft, von Nutzen zu sein; häufig oder in einer wichtigen Situation benutzbar sein; brauchbar sein
-
jemandem oder etwas nützlich sein
-
mit der Eigenschaft, ausgewertet werden zu können (zum Beispiel bei Befunden oder Gegenstand), um daraus Ergebnisse zu gewinnen oder Schlüsse zu ziehen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• användbar | → anwendbar | ↔ applicable — suitable for application; relevant |
• användbar | → nutzbar | ↔ usable — capable of being used |
• användbar | → nützlich | ↔ useful — having a practical or beneficial use |
Computer vertaling door derden: