Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
-
slå ihop:
-
Wiktionary:
slå ihop → klappen, bündeln
slå ihop → zusammenkommen -
Synoniemen voor "slå ihop":
sammanfoga
-
Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor slå ihop (Zweeds) in het Duits
slå ihop: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- SLA: SLA; Vereinbarung zum Servicelevel
- slå: schlagen; hauen; rammen; hämmern; einen Klaps geben; Klapper; Hit; frappieren; dreschen; verkloppen; hart schlagen; greifen; verletzen; schaden; quetschen; kränken; zuschlagen; mähen; schädigen; verwunden; zuwerfen; düpieren; feinreiben; sichverwunden
- söla: zögern; verzögern; faulenzen; trödeln
- ihop: gemeinsam; zusammen; gemein; miteinander; gemeinschaftlich
slå ihop:
Synoniemen voor "slå ihop":
Wiktionary: slå ihop
slå ihop
Cross Translation:
verb
-
etwas umbiegen, umschlagen
-
Fähigkeiten/Möglichkeiten vereinen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • slå ihop | → zusammenkommen | ↔ merge — Combine into a whole |