Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
-
praxis:
-
Wiktionary:
praxis → Tradition, Überlieferung -
Synoniemen voor "praxis":
sedvänja; tillämpning; sed; bruk; kutym
-
Wiktionary:
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Praxis:
- Wiktionary:
Zweeds
Duits
Uitgebreide vertaling voor praxis (Duits) in het Zweeds
Praxis:
-
die Praxis (Arztpraxis)
-
die Praxis (Routine; Erfahrung; Geübtheit)
-
die Praxis (praktische Erfahrung)
praktik erfarenhet-
praktik erfarenhet zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Praxis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
erfarenhet | Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine | Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis |
kunskap | Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine | Bekannte; Erkenntnis; Fachwissen; Fähigkeit; Gnosis; Kenntnisse; Kunst; Können; Könnerschaft; Tüchtigkeit; Wissen; Wissenschaft |
läkarpraktik | Arztpraxis; Praxis | |
praktik | Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine | Berufspraktikum |
praktik erfarenhet | Praxis; praktische Erfahrung | |
praktiserande | Arztpraxis; Praxis | Anwender |
rutin | Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine | Alltagstrott; Arbeitsmethode; Arbeitsweise; Lauftrab; Methode; Routine; Verfahren |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
erfarenhet | bewandert; erfahren; erfahrungsgemäß; fachmännisch; geschult; geübt; kundig; sachverständig; tüchtig |
Synoniemen voor "Praxis":
Wiktionary: Praxis
Praxis
Cross Translation:
noun
-
Geschäftsräume eines Arztes oder Juristen
- Praxis → praktik
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Praxis | → praktik | ↔ pratique — (term, Art ou science) application, usage des règles et des principes, par opposition à théorie, qui en est la connaissance raisonner. |