Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: fiffig

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: fiffig

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

fiffig:
- Wiktionary:
  fiffig → pfiffig, chochem
  fiffig → abgefeimt, arglistig, gerieben, gewiegt, listig, schlau, gewitzt
- Synoniemen voor "fiffig":
  kreativ; smart; påhittig

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

fiffig:
- snygg; snyggt; stilig; stiligt

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fiffig (Zweeds) in het Duits

fiffig:

Synoniemen voor "fiffig":

kreativ; smart; påhittig

Wiktionary: fiffig

fiffig

adjective

umgangssprachlich, von Aussagen oder Sachen: gut ausgedacht oder erzeugt
- pfiffig → knepig; fiffig
von Menschen: Wichtiges gut erkennend und umsetzend
- pfiffig → knepig; fiffig
jenisch: gelehrt, gescheit, klug, pfiffig
- chochem → smart; slug; fiffig

Cross Translation:

From	To	Via
• fiffig	→ abgefeimt; arglistig; gerieben; gewiegt; listig; schlau; gewitzt	↔ artificieux — littéraire\|fr péjoratif\|fr Qui est plein d’artifice, de ruse.
• fiffig	→ abgefeimt; arglistig; gerieben; gewiegt; listig; schlau; gewitzt	↔ astucieux — Qui a de l’astuce.
• fiffig	→ abgefeimt; arglistig; gerieben; gewiegt; listig; schlau; gewitzt	↔ rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.

Duits

Uitgebreide vertaling voor fiffig (Duits) in het Zweeds

fiffig:

fiffig bijvoeglijk naamwoord

fiffig (aufgeweckt; schlau; pfiffig; geschickt; gescheit)
snygg; snyggt; stilig; stiligt
- snygg bijvoeglijk naamwoord
- snyggt bijvoeglijk naamwoord
- stilig bijvoeglijk naamwoord
- stiligt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor fiffig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
snygg	aufgeweckt; fiffig; gescheit; geschickt; pfiffig; schlau	angenehm; ansprechend; anziehend; attraktiv; bildhübsch; bildschön; fesch; flott; gutaussehend; hübsch; piekfein; professionell; reizend; schick; schmuck; schön; süß; toll; zierlich
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
snyggt	aufgeweckt; fiffig; gescheit; geschickt; pfiffig; schlau	angenehm; anziehend; attraktiv; bildhübsch; bildschön; fesch; flott; gutaussehend; hübsch; nett; piekfein; reizend; schick; schmuck; schön; süß; zierlich
stilig	aufgeweckt; fiffig; gescheit; geschickt; pfiffig; schlau	anmutig; ansehnlich; apart; elegant; fein; galant; gepflegt; geschmacksvoll; geschmeidig; grazil; graziös; schick; stattlich; stilvoll
stiligt	aufgeweckt; fiffig; gescheit; geschickt; pfiffig; schlau