Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. territorium:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Territorium:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor territorium (Zweeds) in het Duits

territorium:

territorium zelfstandig naamwoord

  1. territorium (distrikt; område; zon; region)
    Gebiet; der Bezirk; Viertel; der Stadtteil; der Stadtbezirk; der Bereich
    • Gebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Viertel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stadtteil [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stadtbezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bereich [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. territorium (område; revir)
    die Zone; die Region; der Bereich; Gebiet; der Bezirk; Revier; Territorium; Gebietsteil
    • Zone [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Region [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bereich [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Revier [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Territorium [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebietsteil [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. territorium (distrikt; område; grannskap; region; zon)
    der Bezirk; die Region; die Gegend; die Umgebung; der Umkreis; die Zone
    • Bezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Region [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gegend [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Umgebung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Umkreis [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zone [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. territorium
    Teil des Reiches
  5. territorium (område; area)
    der Sektor; der Bereich
    • Sektor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bereich [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor territorium:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bereich area; distrikt; område; region; revir; territorium; zon cacheområde; distrikt; fönster; fönsterruta; intervall; landskap; lott; län; navigeringsplats; obebygdd tomt; omfång; område; place; provins; region; räckvidd; scope; sfär; sökomfång; värdeområde; zon
Bezirk distrikt; grannskap; område; region; revir; territorium; zon area; distrikt; domsrätt; landskap; län; område; provins; region; territoriell domsrätt; yta; zon
Gebiet distrikt; område; region; revir; territorium; zon area; bygge; cirkel; distrikt; landskap; lott; län; obebygdd tomt; område; provins; region; ring; rondell; yta; zon
Gebietsteil område; revir; territorium
Gegend distrikt; grannskap; område; region; territorium; zon distrikt; landsdel; landskap; län; miljö; nejd; omgivning; område; provins; region; trakt; zon
Region distrikt; grannskap; område; region; revir; territorium; zon distrikt; landskap; län; nejd; område; provins; region; trakt; zon
Revier område; revir; territorium area; hemvist; naturlig miljö; växtställe; yta
Sektor area; område; territorium forskardisciplin; specialisering
Stadtbezirk distrikt; område; region; territorium; zon kvarter; område; stadsbesiktning; stadsdel
Stadtteil distrikt; område; region; territorium; zon kvarter; område; stadsdel
Teil des Reiches territorium
Territorium område; revir; territorium area; hemvist; naturlig miljö; växtställe; yta
Umgebung distrikt; grannskap; område; region; territorium; zon grannskap; miljö; närhet; omgivning
Umkreis distrikt; grannskap; område; region; territorium; zon grannskap; kontur; närhet; ytterlinje
Viertel distrikt; område; region; territorium; zon fjärdedel
Zone distrikt; grannskap; område; region; revir; territorium; zon area; distrikt; jord zon; landskap; län; område; provins; region; yta; zon

Synoniemen voor "territorium":


Wiktionary: territorium

territorium
noun
  1. ein räumlich begrenzter Bereich, auf den ein Besitzanspruch, Machtanspruch oder Hoheitsanspruch erhoben wird
  2. Territorium eines Staates
  3. unter der Souveränität eines Staates stehendes Gebiet

Cross Translation:
FromToVia
territorium Territorium territory — large tract of land



Duits

Uitgebreide vertaling voor territorium (Duits) in het Zweeds

Territorium:

Territorium [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Territorium (Kreis; Revier)
    hemvist; naturlig miljö; växtställe
  2. Territorium (Gelände; Gebiet; Grundstück; )
    area; yta
    • area [-en] zelfstandig naamwoord
    • yta [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Territorium (Gebietsteil; Zone; Region; )
    område; revir; territorium

Vertaal Matrix voor Territorium:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
area Bezirk; Gebiet; Gelände; Grundstück; Gut; Revier; Territorium; Zone Bereich; Sektor
hemvist Kreis; Revier; Territorium Wohnsitz; gesetzlicher Wohnsitz
naturlig miljö Kreis; Revier; Territorium
område Bereich; Bezirk; Gebiet; Gebietsteil; Region; Revier; Territorium; Zone Amtsbereich; Arrondissement; Bahnhofsgelände; Bereich; Bezirk; Cachebereich; Fläche; Gau; Gebiet; Gegend; Gelände; Himmelsgegend; Klimagürtel; Provinz; Region; Reichweite; Sektor; Stadtbezirk; Stadtteil; Stadtviertel; Teil des Staates; Umgebung; Umkreis; Verwaltungsbereich; Verwaltungsbezirk; Viertel; Zone
revir Bereich; Bezirk; Gebiet; Gebietsteil; Region; Revier; Territorium; Zone
territorium Bereich; Bezirk; Gebiet; Gebietsteil; Region; Revier; Territorium; Zone Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Region; Sektor; Stadtbezirk; Stadtteil; Teil des Reiches; Umgebung; Umkreis; Viertel; Zone
växtställe Kreis; Revier; Territorium
yta Bezirk; Gebiet; Gelände; Grundstück; Gut; Revier; Territorium; Zone Bodenfläche; Bodenflächemaße; Bodenoberfläche; Ebene; Feld; Fläche; Oberfläche

Synoniemen voor "Territorium":


Wiktionary: Territorium

Territorium
noun
  1. ein räumlich begrenzter Bereich, auf den ein Besitzanspruch, Machtanspruch oder Hoheitsanspruch erhoben wird

Cross Translation:
FromToVia
Territorium territorium territory — large tract of land
Territorium område; landområde territoireétendue de terre plus ou moins précisément délimitée.