Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sort:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sort (Zweeds) in het Duits

sort:

sort [-en] zelfstandig naamwoord

  1. sort (slag)
    der Naturbezüge
  2. sort (kategori; klass; typ; genre)
    die Sorte; die Gattung
    • Sorte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gattung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. sort (varumärke)
    Markenzeichen; Zeichen; Handelszeichen

Vertaal Matrix voor sort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gattung genre; kategori; klass; sort; typ folkstam; genre; kön; stam; stil
Handelszeichen sort; varumärke handelsmärke; märke
Markenzeichen sort; varumärke märke; märketecken
Naturbezüge slag; sort
Sorte genre; kategori; klass; sort; typ art; genre; stil
Zeichen sort; varumärke bilplåt; emblem; gest; märke; nummerplåt; signal; tecken; vink

Synoniemen voor "sort":


Wiktionary: sort

sort
noun
  1. eine Sorte, eine Rasse

Cross Translation:
FromToVia
sort Sorte; Art kind — type, race, category
sort Art; Sorte sort — type
sort Abart; Art; Gattung; Schlag; Sorte acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses.
sort Geschlecht; Gattung; Abart; Art; Schlag; Sorte genreensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.

Verwante vertalingen van sort