Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. orkester:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor orkester (Zweeds) in het Duits

orkester:

orkester [-en] zelfstandig naamwoord

  1. orkester
    Orchester
  2. orkester (band; grupp)
    die Band; die Harmonie; die Fanfare; die Blaskapelle; der Spielmannszug

Vertaal Matrix voor orkester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Band band; grupp; orkester band; bundenhet; diktband; förbindelse; förbindelseled; ljudnivå; länk; mellanled; släktskap; volym
Blaskapelle band; grupp; orkester
Fanfare band; grupp; orkester
Harmonie band; grupp; orkester balans; ekvilibrium; harmoni; jämvikt; samklang
Orchester orkester
Spielmannszug band; grupp; orkester promenadorkester; spelmanståg
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Band band

Synoniemen voor "orkester":

  • musikkår

Wiktionary: orkester

orkester
noun
  1. Musik: größeres Ensemble aus Instrumentalisten, das unter der Leitung eines Dirigenten spielt

Cross Translation:
FromToVia
orkester Orchester orkest — een groep musici
orkester Orchester orchestra — large group of musicians who play together on various instruments
orkester Orchester orchestre — Partie d’une salle de spectacle contenant les places les plus basses et située au plus près de la scène, entre la fosse d’orchestre et le parterre.