Pöbel: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

pöbel:
- Bettler; Habenichts; Hungerleider; Canaille; Pöbel; Bewohner eines Hinterviertels
Wiktionary:
- pöbel → Pöbel, Janhagel, Geschmeiß, Gehudel
- pöbel → Pöbel, Bandit, Canaille, Kanaille, Schuft, Schurke

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Pöbel:
- pack; slödder; patrask; pöbel; avskum; grymtning; morrning; kull; ruvning; liggning på ägg
Wiktionary:
- Pöbel → pöbel
- Pöbel → pöbel, kreti och pleti, patrask

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pöbel (Zweeds) in het Duits

pöbel:

pöbel [-en] zelfstandig naamwoord

pöbel (populas; den breda massan)
die Bettler; die Habenichts; die Hungerleider
- Bettler [die ~] zelfstandig naamwoord
- Habenichts [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hungerleider [die ~] zelfstandig naamwoord
pöbel (pack; slödder; patrask)
die Canaille; der Pöbel
- Canaille [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord
pöbel (hop)
die Bewohner eines Hinterviertels
- Bewohner eines Hinterviertels [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pöbel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bettler	den breda massan; populas; pöbel	busunge; fattig stackare; rackare; tiggare
Bewohner eines Hinterviertels	hop; pöbel
Canaille	pack; patrask; pöbel; slödder
Habenichts	den breda massan; populas; pöbel
Hungerleider	den breda massan; populas; pöbel	utsvulten varelse
Pöbel	pack; patrask; pöbel; slödder	avskum; grymtning; kull; liggning på ägg; morrning; pack; patrask; ruvning; slödder

Wiktionary: pöbel

pöbel

noun

abwertend: unterste Gesellschaftschicht
- Pöbel → pöbel
abwertend: unterste Gesellschaftsschicht
- Janhagel → pack; pöbel
übertragen: für der Pöbel, das Gesindel
- Geschmeiß → pöbel
veraltend, abwertend: gemeines Volk
- Gehudel → pöbel

Cross Translation:

From	To	Via
• pöbel	→ Pöbel	↔ riffraff — the rabble
• pöbel	→ Bandit; Canaille; Kanaille; Schuft; Schurke	↔ canaille — péjoratif\|fr (term, Collectif) vil populace.

Duits

Uitgebreide vertaling voor pöbel (Duits) in het Zweeds

Pöbel:

Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Pöbel (Lumpengesindel; Sippschaft; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; Plebs; Gezücht)
pack; slödder; patrask
- pack [-ett] zelfstandig naamwoord
- slödder [-ett] zelfstandig naamwoord
- patrask [-ett] zelfstandig naamwoord
der Pöbel (Gesindel; Ausschuß; Schund; Lumpengesindel; Mob)
slödder
- slödder [-ett] zelfstandig naamwoord
der Pöbel (Canaille)
pack; pöbel; slödder; patrask
- pack [-ett] zelfstandig naamwoord
- pöbel [-en] zelfstandig naamwoord
- slödder [-ett] zelfstandig naamwoord
- patrask [-ett] zelfstandig naamwoord
der Pöbel (Lumpengesindel; Pack; Brut; Gesindel; Sippschaft; Kanaille)
avskum
- avskum [-ett] zelfstandig naamwoord
der Pöbel (Anschnauz; Anschnauzer)
grymtning; morrning
- grymtning [-en] zelfstandig naamwoord
- morrning zelfstandig naamwoord
der Pöbel (Brut; Pack; Zeug; Gesindel; Sippschaft; Kanaille; Plebs; Gelichter; Lumpengesindel)
kull; ruvning; liggning på ägg
- kull [-en] zelfstandig naamwoord
- ruvning zelfstandig naamwoord
- liggning på ägg zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pöbel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avskum	Brut; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft	Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund
grymtning	Anschnauz; Anschnauzer; Pöbel	Grunzen
kull	Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
liggning på ägg	Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
morrning	Anschnauz; Anschnauzer; Pöbel
pack	Angelgerät; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft	Gesindel
patrask	Angelgerät; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft	Gesindel
pöbel	Canaille; Pöbel	Bettler; Bewohner eines Hinterviertels; Habenichts; Hungerleider
ruvning	Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug	Brut; Gezücht; Sprößlinge
slödder	Angelgerät; Ausschuß; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Mob; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft	Gesindel

Synoniemen voor "Pöbel":

Abschaum; Ganoven; Gesindel; Mob; Pack; Plebs; Bündelung; Clusterung; Gruppierung
Gesindel; Mob; niederes Volk; Plebs

Wiktionary: Pöbel

Pöbel

noun

abwertend: unterste Gesellschaftschicht
- Pöbel → pöbel

Cross Translation:

From	To	Via
• Pöbel	→ pöbel; kreti och pleti; patrask	↔ riffraff — the rabble

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: pöbel

Uitgebreide vertaling voor pöbel (Zweeds) in het Duits

pöbel:

pöbel [-en] zelfstandig naamwoord

pöbel (populas; den breda massan)

pöbel (pack; slödder; patrask)

pöbel (hop)

Vertaal Matrix voor pöbel:

Wiktionary: pöbel

Uitgebreide vertaling voor pöbel (Duits) in het Zweeds

Pöbel:

Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Pöbel (Lumpengesindel; Sippschaft; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; Plebs; Gezücht)

der Pöbel (Gesindel; Ausschuß; Schund; Lumpengesindel; Mob)

der Pöbel (Canaille)

der Pöbel (Lumpengesindel; Pack; Brut; Gesindel; Sippschaft; Kanaille)

der Pöbel (Anschnauz; Anschnauzer)

der Pöbel (Brut; Pack; Zeug; Gesindel; Sippschaft; Kanaille; Plebs; Gelichter; Lumpengesindel)

Vertaal Matrix voor Pöbel:

Synoniemen voor "Pöbel":

Wiktionary: Pöbel