Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- helt:
-
Wiktionary:
- helt → hellauf
- helt → fesseln, total, ganz, vollkommen, völlig, gänzlich, voll und ganz
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor helt (Zweeds) in het Duits
helt:
-
helt (intakt; intaktt; oskadat; hel)
ganz; heil; vollkommen; unbeschädigt; total; ganz und gar; vollständig; intakt; gänzlich; komplett; gesamt; fehlerfrei-
ganz bijvoeglijk naamwoord
-
heil bijvoeglijk naamwoord
-
vollkommen bijvoeglijk naamwoord
-
unbeschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
ganz und gar bijvoeglijk naamwoord
-
vollständig bijvoeglijk naamwoord
-
intakt bijvoeglijk naamwoord
-
gänzlich bijvoeglijk naamwoord
-
komplett bijvoeglijk naamwoord
-
gesamt bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
-
helt (hel; felfri; felfritt; oskadat)
spitze; einwandfrei; klasse; tadellos; makellos-
spitze bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
klasse bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
makellos bijvoeglijk naamwoord
-
-
helt (hel)
-
helt (hela)
Vertaal Matrix voor helt:
Synoniemen voor "helt":
Wiktionary: helt
helt
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• helt | → fesseln | ↔ absorb — to occupy fully (4) |
• helt | → total; ganz; vollkommen; völlig | ↔ all — intensifier |
• helt | → vollkommen; völlig; total | ↔ flat — completely |
• helt | → ganz | ↔ whole — colloquial: in entirety |
• helt | → ganz; gänzlich; völlig; voll und ganz | ↔ entièrement — D'une manière entière. |