Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nervös:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nervös:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nervös (Zweeds) in het Duits

nervös:

nervös bijvoeglijk naamwoord

  1. nervös (nervöst)
    nervös
  2. nervös (nervöst)
    nervös; erhitzt
  3. nervös (ängslig; oroligt; nervöst; ängsligt)
    grüblerisch
  4. nervös (nervöst; ängsligt)
    ängstlich

Vertaal Matrix voor nervös:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erhitzt nervös; nervöst febrig; febrigt; het; hett; missnöj7; sur; surt; upphetsatt
grüblerisch nervös; nervöst; oroligt; ängslig; ängsligt drömmande
nervös nervös; nervöst
ängstlich nervös; nervöst; ängsligt förvirrad; noga; noggrann; noggrannt; nogräknat; oroat; oroligt; rädd; samvetsömt; skakad; skraj; skrupulös; skrupulöst; skrämd; sorgfälligt; upprörd

Synoniemen voor "nervös":

  • nervig; stirrig; ngslig; skakis; orolig

Wiktionary: nervös

nervös
adjective
  1. nervlich
  2. (krankhaft) reizbar, erregbar, gereizt, unruhig, zerfahren
  3. norddeutsch: nervös, unruhig

Cross Translation:
FromToVia
nervös nervös nervous — anxious
nervös nervös zenuwachtig — lijdend onder een gevoelig, snel geraakt zenuwstelsel

Verwante vertalingen van nervös



Duits

Uitgebreide vertaling voor nervös (Duits) in het Zweeds

nervös:

nervös bijvoeglijk naamwoord

  1. nervös (erhitzt)
    nervös; nervöst

Vertaal Matrix voor nervös:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nervös erhitzt; nervös grüblerisch; ängstlich
nervöst erhitzt; nervös grüblerisch; ängstlich

Synoniemen voor "nervös":


Wiktionary: nervös

nervös
adjective
  1. nervlich
  2. (krankhaft) reizbar, erregbar, gereizt, unruhig, zerfahren

Cross Translation:
FromToVia
nervös nervös nervous — anxious
nervös nervös zenuwachtig — lijdend onder een gevoelig, snel geraakt zenuwstelsel