Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- vresig:
-
Wiktionary:
- vresig → mürrisch, moros, knorrig, bärbeißig, borstig
- vresig → missmutig, streitsüchtig, griesgrämig, sauer
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor vresig (Zweeds) in het Duits
vresig:
-
vresig (vresigt; på dåligt humör)
schlecht gelaunt-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresig (vresigt)
-
vresig (irriterad; gnälligt; vresigt; retligt; knarrigt; kinkigt; gnällig)
schlechtgelaunt ohne Grund-
schlechtgelaunt ohne Grund bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresig (butter; vresigt; knarrigt; buttert)
knurrig; barsch; brüsk; sauertöpfisch; griesgrämig; schlechtgelaunt-
knurrig bijvoeglijk naamwoord
-
barsch bijvoeglijk naamwoord
-
brüsk bijvoeglijk naamwoord
-
sauertöpfisch bijvoeglijk naamwoord
-
griesgrämig bijvoeglijk naamwoord
-
schlechtgelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresig (tvär; tvärt; vresigt; surmulet)
Vertaal Matrix voor vresig:
Synoniemen voor "vresig":
Wiktionary: vresig
vresig
Cross Translation:
adjective
-
missmutig
-
va.|: mürrisch, verdrießlich
-
übertragen, von Menschen: grobschlächtig, derb, spröde im Umgang
-
auf mürrische bis grimmige Weise grob
-
übertragen: rücksichtslos und ungestüm im Verhalten anderen gegenüber
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vresig | → missmutig | ↔ chagrijnig — in slechte stemming, slecht gehumeurd |
• vresig | → streitsüchtig; griesgrämig | ↔ acariâtre — D’un tempérament grincheux, aigri et fâcheux. |
• vresig | → sauer | ↔ hargneux — Qui dénote la hargne, qui est d’humeur chagrine, agressive. |